Reflex integratie
De ontwikkeling van de hersenen, motoriek, onze zintuigen en ons zenuwstelsel wordt begeleid door onze reflexen. Tijdens de zwangerschap ontstaan de eerste reflexen, en door de bewegingen die de moeder maakt en het kindje zelf, ontwikkelen de reflexen zich volgens een vast patroon. Na de geboorte gaat een kind automatisch allerlei bewegingen doen (b.v. hoofdje optillen, omrollen, tijgeren, kruipen) die hierbij belangrijk zijn. Normaal gesproken komt een reflex op, ontwikkelt helemaal en verdwijnt weer, terwijl een volgende reflex opkomt en de ontwikkeling van de motoriek en de hersenen verder begeleidt. Dat dit goed gebeurt, is belangrijk voor hoe een kind controle krijgt over zijn lichaam, zich veilig kan voelen, kan reageren op zijn omgeving en kan leren. Er ontstaat een goede basis waarop een kind kan bouwen. Uiteindelijk is het resultaat dat iemand als volwassene op een gezonde, evenwichtige manier zijn gedrag en bewegingen bewust kan controleren.
Als een kind naar school gaat heeft het een goede basis nodig om te kunnen leren. Soms is deze basis nog niet voldoende aanwezig doordat sommige reflexen nog niet goed zijn uitontwikkeld. Het kind kan zijn gedrag en zijn emoties dan nog niet bewust controleren. Het kind kan dan b.v. impulsief reageren, snel van slag zijn, snel afgeleid of boos zijn. Dit heeft hij niet onder controle, terwijl hij wel wordt aangesproken op zijn gedrag. Dit kan een kind onzeker en/of (faal)angstig maken. Doordat de basis nog niet goed is, blijft niet hangen wat op school aangeleerd wordt. Dit alles geeft stress. En stress zorgt er weer voor dat je niet goed kan nadenken.
Met lichaamsoefeningen kan je een kind helpen om de reflexen die nog aanwezig zijn en het kind hinderen, te integreren in het lichaam en laten verdwijnen. Ze brengen een proces op gang om het lichaam zichzelf te laten organiseren. Eigenlijk doe je bewegingen na die een baby van nature meemaakt, maar die het kind nu niet meer ervaart. Deze oefeningen zorgen voor minder stress in het lichaam. En dus ook in het hoofd.
Wat je er onder andere mee kan bereiken is dat het kind meer controle zal krijgen over zijn lichaam (bv. rustiger kunnen zitten, beter concentreren, zijn werk beter organiseren), zijn emoties beter kan beheersen (rustiger reageren op de omgeving) en ook beter in staat zal zijn om te leren (leerstof onthouden en leren van ervaringen). De balans en de motoriek zullen verbeteren, wat o.a. helpt bij het schrijven. Een kind staat letterlijk steviger op zijn voeten, het zelfvertrouwen verbetert en het kan zich flexibeler opstellen.
Met andere woorden: de basis van het kind wordt stevig genoeg om op te bouwen en te groeien en ontwikkelen.
Deze oefeningen doe je zelf thuis met je kind. Minimaal 4 keer in de week (zo mogelijk 6 keer per week) gedurende ongeveer 10 minuten. Ik kan de oefeningen in mijn praktijk aan de ouders leren zodat ze thuis toegepast kunnen worden.
